Het Neurogram® en the theory of basic human values

The theory of basic human values stelt dat er tien waarden zijn die stelselmatig naar boven komen wanneer je onderzoek doet naar welke waarden mensen hebben. Deze tien waarden linken op de volgende manier met de negen breintypen van het Neurogram® model:

Omdat het Neurogram® is gebaseerd op Cybernetic Big Five Theory (CB5T) en omdat CB5T cybernetisch van aard is, is het Neurogram® model ook cybernetisch van aard. Cybernetica is 100% wiskundig en vertaalt alles naar doelen en strategieën. Waarbij een doel een doelvariabele is met een doelwaarde (denk aan de temperatuur die je instelt op je thermometer). Een strategie is heel technisch gezegd een wiskundige transformatie tabel hoe je van de huidige situatie naar de gewenste situatie komt. 

Naar waarden kijken we dan ook vanuit Cybernetic Value Fulfilment Theory. Daarbij wordt gesteld dat elke waarde een doel is oftewel een doelvariabele met een doelwaarde. Dat geldt dus ook voor de tien basic human values. Cybernetisch gezien zijn dat doelvariabelen met een bepaalde doelwaarde.

Mensen hebben natuurlijk meer waarden en doelen dan alleen een enkele waarde uit de basic human value lijst. Alleen is elk van die waarden wel aan een breintype te koppelen waar die waarde extra belangrijk voor is en ook minder onderhevig aan verandering door de tijd heen en in tijden van extra veel stress of ontspanning.

Nadat we de tien human basic values op deze wijze aan de breintypen hebben gekoppeld, is natuurlijk de vraag of dit ook wordt onderbouwd door de correlaties die onderzoek naar deze waarden hebben opgeleverd. Voor de duidelijkheid: bijna alle gevonden correlaties liggen lager dan de r>0.8 en r2>0.6 Nassim Taleb norm. Hetgeen betekent dat er relatief veel ruis in de data zit en relatief weinig informatie. Desalniettemin is het altijd interessant om te zien of het Neurogram® model een verklaring kan geven voor de gevonden correlaties.

Op eerste ogenblik lijkt dat niet zo te zijn omdat de kaart van het Neurogram® model deze waarden op heel andere plekken zet als de kaart van the theory of basic human values. Beiden zijn namelijk zogenaamde cartografische model in de zin dat je ze moet voorstellen als een soort landkaart waar je wat kan vinden. Maar wanneer we dieper kijken dan zien we opvallende overeenkomsten.

Als eerste valt op dat mensen met breintype #9 twee waarden hebben: welwillendheid en traditie. Om van tien waarden naar negen breintypen te komen moet er ergens iets worden aangepast. Aangezien de meeste mensen breintype #9 hebben (1 op de 3) heb ik bedacht dat ze ook een extra waarde verdienen (per 10% populatie ongeveer 1 waarde). Bovendien zijn mensen met breintype #9 ook de normale mens. Mensen met een #9 brein zijn in ieder geval zeer welwillend. Of traditie of conformiteit het beste bij ze passen is nog een open vraag. Wellicht dat later blijkt dat traditie beter bij breintype #1 past en conformiteit bij breintype #9, maar dat maakt op dit moment weinig uit. Op basis van de correlaties uit the theory of basic human values gaan we uit van de huidige indeling.

De normale mens vertekent het beeld

Los van het probleem met te lage correlaties volgens de Nassim Taleb norm, zijn er in de psychologie ook de problemen dat men a) een homogene groep verwacht terwijl breintype theorie laat zien dat er ook een redelijke kans is dat er getest wordt op een heterogene groep en b) dat men statische in plaats van dynamische modellen gebruikt. Als breintype theorie klopt (en ik acht dat natuurlijk zeer waarschijnlijk) dan gelden de gevonden correlaties vooral voor mensen met een #9 brein en zijn de gevonden correlaties onnodig laag omdat er ruis op de lijn komt vanwege de andere acht breintypen. Had men hetzelfde onderzoek alleen bij mensen met breintype #9 gedaan, dan waren de correlaties veel hoger geweest. Uiteraard kan je daarna ook onderzoek per breintype voor de andere acht breintypen en dan vind je zeer waarschijnlijk hele andere correlaties.

Desalniettemin zie je dat de sterkste gevonden correlatie voor een cluster het Behoud-cluster is en dat Welwillendheid daar vlak tegenaan ligt op de landkaart van het model. Dat zie je terug bij mensen met breintype #9. Zij scoren hoop op Welwillendheid en Traditie en in tijden van stress gaan ze naar Veiligheid. Conformiteit ligt naast breintype #9 en ligt er dus vlak tegenaan. Overigens geldt datzelfde voor macht. Macht grenst ook aan het Behoud-cluster maar dan aan de andere kant. Alleen zijn de correlaties tussen Macht en Welwillendheid/Traditie negatief, terwijl die van Conformiteit en Welwillendheid/Traditie positief zijn. In het Neurogram® model geldt dat mensen met breintype #9 op macht uit zijn, maar alleen heel indirect. Als je over macht begint met ze, dan zullen ze ontkennen dat macht iets voor je betekent. Als je ze een enquête geeft om waarden te ordenen dan zal macht laag eindigen. Maar als ze uitlegt hoe ze indirect macht proberen uit te oefenen, dan geven ze grif toe dat dat toch belangrijk voor ze is. Eens te meer laat het Neurogram® model zijn hoe mensen zichzelf niet kennen en hoe hun antwoorden over zichzelf misleidend zijn, een ander voordeel van het Neurogram® model ten opzichte van de psychologie.

Het enige wat nog mist is Veiligheid. Dat is een belangrijk onderdeel van het Behoud-cluster maar ligt ogenschijnlijk niet in de buurt van breintype #9. Maar schijn bedriegt, want het Neurogram® model is een dynamisch model. Afhankelijk van of men gestresst of ontspannen is of geen van beide gedraagt iemand zich voorspelbaar anders volgens het Neurogram® model. Mensen met een #9 brein gaan in tijden van stress op zoek naar Veiligheid. En daarmee verklaart breintype #9 de sterkste correlaties van the theory of basic human values.

Hoe zit het dan met de andere breintypen?

Ervan uitgaande dat statistisch onderzoek naar eens statisch model vooral informatie vindt over mensen met breintype #9 en dat de andere breintypen voor ruis en lagere correlaties zorgen, is de voorspelling dat wanneer je naar de andere acht breintypen kijkt, dat je dan vooral negatieve correlaties vindt. En dat blijkt ook zo te zijn.

Het meest uitgesproken is het verschil per breintype tussen hun ontspanningsgedrag en hun stressgedrag. Dat is bijna altijd letterlijk het tegenovergestelde gedrag. Dat is ook de reden dat als mensen na lange tijd van ontspanning opeens zwaar gaan stressen dat ze het gevoel hebben zichzelf te hebben verloren. Dus het Neurogram® model voorspelt dat er negatieve correlaties zijn tussen de waarden die worden geassocieerd met stress en ontspanning. Dat blijkt ook zo te zijn zoals je kan zien in de onderstaande tabel:

BreintypePaar (stress ↔ ontspanning)Empirische correlatie in SchwartzVerwachte teken
1Universalism ↔ Stimulatier ≈ –0.3 tot –0.5Negatief
2Macht ↔ Universalismr ≈ –0.5 tot –0.6Sterk negatief
3Traditie/Welwillendheid ↔ Veiligheidr ≈ +0.6–0.7Positief ⚠️
4Hedonisme ↔ Conformiteitr ≈ –0.4 tot –0.6Negatief
5Stimulatie ↔ Machtr ≈ –0.2 tot –0.4Licht negatief
6Prestatie ↔ Traditie/Welwillendheidr ≈ –0.2 tot –0.4Negatief
7Conformiteit ↔ Zelfsturingr ≈ –0.5 tot –0.6Sterk negatief
8Zelfsturing ↔ Hedonismer ≈ +0.2 tot +0.4Licht positief ⚠️
9Veiligheid ↔ Prestatier ≈ –0.1 tot –0.3Zwak negatief

Paradoxaal zijn we hier dus vooral geïnteresseerd in de negatieve uitkomst. Negatief is hier goed en positief is hier slecht. Het grootste probleem is breintype #3 waar de de correlatie positief is in plaats van negatief. Maar dit komt rechtstreeks doordat deze positieve correlatie wordt bepaald door de veel grotere groep mensen met breintype #9 zoals hierboven is besproken.

Het andere, veel kleinere probleem, is geldt voor breintype #8 waar de correlatie licht positief is. Dat laat zien dat de twee modellen niet naadloos op elkaar aansluiten.

Maar over het algemeen zijn de gevonden correlaties een goede onderbouwing van de waarde van het Neurogram® model.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *